De wereld was bedorven en vervuld van onrecht voor het aangezicht van God. Hij deelt met Noach dat hij al het levende gaat verwoesten. Noach krijgt de opdracht om een ark te bouwen en God vertelt hoe hij dat moet doen. En Noach… doet wat God zegt.
Wie weet hoeveel mensen daarvóór deze opdracht hebben gekregen van God. Noach doet precies wat God hem opdraagt. Hij en zijn vrouw, zijn zonen en hun drie vrouwen, de dieren (mannetjes en HUN vrouwtjes… zèlfs bij de dieren respecteert God wie bij wie hoort!). Ze gaan allemaal in de ark omdat Noach doet wat God vraagt. En zij gaan – hem gehoorzaam – met hem mee.
En dan komt het water. Als je het verhaal leest, verdrink je zowat in al dat water: van de watermassa, uit de gespleten bronnen van de oerzee en uit de geopende vensters van de hemel (God belooft dat hij de vensters van de hemel zal openen als zijn volk luistert “en zegen in overvloed op jullie land laat neerdalen.” Mal.3:10).
Het water komt van onder en van boven. Veertig dagen en veertig nachten regent het. Dat duurt een mensenleven! Na 48 uur non-stop regen vragen wij ons al af of het ooit nog ophoudt. De wateren wissen al het bestaande uit en diezelfde wateren dragen het leven in de ark. Honderdvijftig dagen zijn ze machtig op de aarde.
Dan laat God een wind komen waardoor het water daalt. De bronnen van de oerzee en de vensters van de hemel worden gesloten. En de regen wordt tegengehouden.
Er komt een nieuwe tijd: ik voel de verandering! Ik lees verder en voel weer hoop in mijn hart. Ik sta naast Noach als hij de raaf weer uitlaat… en zie hem ook weer terugkeren. Is het al zover? En net zo kijk ik de duif na tot ze met een olijfblad terugkomt: ik kan weer leven!
Het dak gaat er af en na ruim een jaar valt de aarde echt droog! Adempauze! Even stilstaan bij het feit dat leven weer mogelijk is op aarde.
God neemt weer het woord: Kom tevoorschijn uit de ark! En ook nu gehoorzaamt Noach. En met hem zijn familie en de dierenfamilies (J).
Noach bouwt een altaar en offert brandoffers. Dankbaar voor hun behoud, dankbaar dat het over is, dankbaar voor droge grond onder zijn voeten. En ik met hem. God belooft dat hij niet weer vanwege de mens de aarde zal vervloeken. Na een jaar van verwoesting zij opnieuw alle dagen van de aarde: zomer en winter, dag en nacht. En zij zullen niet ophouden.
De gehoorzaamheid van Noach kost al het leven het leven. Ik denk aan de vraag van Abraham: Heer, als er maar 10 rechtvaardigen zijn, zult u dan de hele stad verwoesten? En het antwoord: “Dan zal ik haar niet verwoesten omwille van die tien.”
Ik realiseer me dat het zo gaat als ik doe wat God me opdraagt! Met een kaartje, een gebed, een bezoek, een taak die ik in Gods naam aanvangt, loop ik de kans de hele wereld in brand te zetten! Bloedlink! Gelukkig weet ik dat mijn levensverhaal èn dat van de hele wereld uiteindelijk goed afloopt: en zij leven nog lang en gelukkig 🙂