De stellingen zijn al ingenomen als het over Kaïn gaat. In onze ijver om God te verdedigen, hebben we van Kaïn een gedrocht gemaakt. Hij is slecht, onoprecht en een moordenaar… geen mens zal graag iets goeds over Kaïn zeggen. Maar doen we hem daarmee recht?
Kaïn brengt Jehwah een offer van zijn oogst. En Abel ook. En Jehwah kijkt uit naar Abel en zijn offer. In Genesis 4 staat nergens dat Kaïns offer wordt geweigerd of dat het niet goed is. Hij brengt gewoon een offer. En aangezien het ondenkbaar is dat God Abel voortrekt, zal Kaïn wel wat fout hebben gedaan… is onze conclusie.
Klinkt bekend hè? “Wie heeft gezondigd, deze of zijn ouders…” vragen de omstanders bij de blindgeborene. Jezus’ antwoord is: geen van beide. God maakt iets duidelijk dat niets te maken heeft met zonde van de betrokkenen: Zijn koninkrijk moet openbaar worden.
In een wereld met alleen kennis van het goede is een broer die de onverdeelde aandacht van onze God heeft een vreugde! Héérlijk dat hij God zo’n plezier doet en vanaf een afstand geniet je mee. Daar is geen jaloezie, geen gevoel achtergesteld te worden.
Kaïn merkt dat Abel en zijn offer de aandacht van Jehwah trekken. En hij “staat in brand” zo vertelt het verhaal. Hij is woest. Jehwah vraagt hem waarom hij zo aangebrand is en zegt: “Is het niet zo dat als jij goed doet: vergeef! en als jij niet goed doet jij tot ingang van de op de loer liggende zonde bent. Naar jou is zijn verlangen en je zal op hem gaan lijken.”
Wat?! Als ik goed doe, vergeef ik. En als ik dat niet doe, ben ik een deur voor de zonde die mij vervormt? Hoezo vergeven? Wie moet Kaïn dan vergeven?
God laat hier aan Kaïn zien wat de remedie is in een wereld met kennis van goed en kwaad: vergeef! Dat laat het “onrecht” dat God meer aandacht heeft voor Abel dan Kaïn gewoon staan. God ontkent dat ook niet. Hij zegt alleen dat als je niet vergeeft je ruimte maakt voor de zonde en daar op gaat lijken. Ik moet denken aan wat Paulus schrijft: Laat u niet overwinnen door het kwade, maar overwin het kwade door het goede. Vergeven.
Als een vloedgolf spoelt het besef door me heen dat dit precies is wat God met deze wereld doet. Met mij doet. En Hij zegt het hier al tegen Kaïn. Hij deed en doet wat Hij Kaïn als keus voorhoudt. Vergeven of plaats maken voor de zonde. Gods keus is duidelijk. En die van mij?
Vrouw aan het Woord 